» Nieuw: labels voor eerlijke natuurfotografie
» Doe de zelftest: wat voor natuurfotograaf ben jij?


9. Onderwerp en achtergrond (pag 110)
 
Opdracht: Maak eens een serie van 6 foto’s foto’s van dezelfde bloem, steeds vanuit (min of meer) dezelfde hoek genomen, waarbij de bloem steeds op een andere plaats in het vlak staat. Maak er daarna nog eens 6 waarbij je dichterbij of verder weg gaat staan, zodat de bloem kleiner dan wel groter in beeld is. Durf vervolgens ook eens je eigen kijkdogma’s te tarten door een derde reeks van 6 foto’s te maken, waarbij je de bloem bruut doorsnijdt zodat deze maar gedeeltelijk in beeld is.

Kijk terwijl je deze series maakt steeds zeer bewust naar wat er in de achtergrond gebeurt. Hoe kleiner de bloem hoe meer achtergrond. Zorg dat er in elke foto iets gebeurt waardoor bloem en achtergrond elkaar versterken. De zeggingskracht kan bijvoorbeeld zitten in een fraai kleurcontrast tussen de bloem en de achtergrond, de herhaling van een bepaalde vorm of kleur, of bepaalde lijnen of contrasten in de achtergrond die je een rol geeft in je compositie.

Het is handig om een bloem uit te kiezen die veel ruimte om zich heen heeft. Hij mag dus niet ingeklemd staan tussen andere bloemen. Een exemplaar met een wat langere stengel is ook handig, want dat geeft jou als fotograaf wat meer werkruimte als je een laag standpunt wil kiezen. In dit voorbeeld is de keuze gevallen op een sleutelbloem die bovenop een grazig heuveltje stond. (P.S. Er is gewerkt met een camera die een cropfactor heeft van 1,5x. Dus als er staat 157 mm is dat een objectief van 105 mm. En 300 mm is een objectief van 200 mm. etc.)


A: De eerste reeks van 6 opnamen betreft de plaatsing in het vlak.

Er is gewerkt met een groothoeklens (15 mm), zodat er lekker veel omgeving in het beeld past.
Misschien moet je wisselen van standpunt om de elementen die je op de achtergrond aantreft beter naar je hand te zetten. Ook kan het nodig zijn je diafragma-instelling te wijzigen en daarmee de scherptediepte aan te passen. Misschien moet je zelfs ingrijpen door in de achtergrond dingen (met beleid) opzij te buigen of weg te halen. Wellicht moet je wisselen van objectief om bepaalde vormen in de achtergrond onscherp te krijgen. Neem de tijd en gun jezelf de vrijheid om dat allemaal te doen.
Leerdoel: bewust omgaan met achtergronden, zodat je de vrijheid en vaardigheid ontwikkelt om hier te allen tijde mee te ‘spelen’.
1: de bloem in het midden. Hij steekt fraai af tegen de lucht, maar de vlakverdeling is verder nogal saai. Of de grassprieten storen is een kwestie van smaak.
2: de bloem iets uit het midden. Een groot verschil. Het wordt al iets spannender, maar het lege vlak met lucht rechtsboven is nog te groot.
3: nog iets verder uit het midden. Nu staat hij goed op het vlak. De contourlijn van de boomkruinen op de achtergrond vormen nu fraaie diagonale zichtlijnen. De grassprieten hadden nu wel weg gemogen.
4: Horizon buiten beeld gelaten. Kan leuk zijn, maar dan wel zonder de grassprieten.
5: horizon gekanteld. Levert een betere vlakverdeling op. Versterkt de indruk dat de bloem op een helling staat.



6: Staand beeld in plaats van liggend. Voegt niet zoveel toe. Mogelijk ooit nog geschikt als cover. Rechtsboven in de lucht en onder in het gras is ruimte voor tekst.


B: Tweede reeks van 6 opnamen waarbij het gaat om het spelen met verschillende achtergronden.
1: Overzicht, gemaakt met een 15mm groothoeklens en van enige afstand. De foto heeft een aangename duidelijkheid.
2: Hetzelfde maar nu met een brandpuntafstand van 36 mm. Er is weinig samenhang in de foto. Het huis en de zwarte boom staan te dicht bij de bloem. Ook de horizon doorsnijdt de bloemen, waardoor het nogal een druk beeld is.
3: Tussen de andere bloemen (157 mm). Aangenaam rustig beeld. De horizon werkt mee, want geeft houvast.
4: Hetzelfde, maar nu zijn de horizon en de andere bloemen buiten het beeld gehouden door een iets ander standpunt te nemen. Niet slecht, maar ook niet bijzonder. De onscherpe bruine strepen staan ook te willekeurig verspreid in de achtergrond.
5: Lager standpunt ingenomen en om de plant heen gedraaid, op zoek naar een achtergrond met wat vlekjes blauwe lucht erin. Vervolgens het diafragma helemaal open gezet (f4.8), zodat er een fraaie bokeh (onscherpte) ontstaat in de achtergrond
6: Dwars door een andere bloem heen gefotografeerd (met een 157 mm). De geelzwemen zijn de onscherpe bloemen die bijna tegen de lens aan zitten. Verrassend effect, dat mogelijkheden biedt voor verdere verfijning.


C: De derde reeks van 6 opnamen, waarbij de bloemen moeten worden aangesneden.
Deze methode dwingt echt tot anders kijken en opent een wereld aan nieuwe mogelijkheden.
1: Het begint vrij braafjes (300 mm), maar toch meteen al een beeld, waarin de kleuren heel uitgesproken zijn.
2: Een beeld waar je wat langer naar kunt blijven kijken. De herkenbaarheid van de bloem linksonder speelt slechts een bijrol in deze foto. Het gaat vooral om de vlakverdeling van de onscherpe vormen.
3: Hetzelfde idee, maar met minder herkenbaarheid en scherpte. De foto wordt daardoor te vrijblijvend.



4: Een plant is niet alleen bloemen maar bevat ook, haast bouwkundige constructies. Dat laat deze foto goed zien. De kracht zit in de duidelijke keuze.



5: Ook hier zit de kracht in de keuze.

» overige opdrachten 6: idem, waarbij de symmetrische vlakverdeling abstraherend werkt. Je krijgt al gauw associaties met een paddenstoel of een douchekop.
©entrum voor natuurfotografie