6. Ordening door compositie (pag 92)
|
|||
Opdracht: Deze foto’s laten allebei hetzelfde bos zien.
Welke oogt het sterkst en waar ligt dat nu precies aan? |
Eén van de meest fundamentele verschillen tussen deze twee foto’s is de positiebepaling van de fotograaf.
| ||
» overige opdrachten |
Op de linkerfoto heb ik (Edo) de horizon meegenomen en op de rechterfoto is deze buiten beeld gelaten. Deze keuze heeft (in dit geval) ingrijpende consequenties voor het resultaat. Het verschil tussen de twee foto’s valt goed op als je door je oogharen naar beide foto’s kijkt. Dan wordt de onderste helft van de linkerfoto saai en donker, terwijl rechts in het hele beeld doortekening aanwezig blijft. Een tweede cruciaal verschil is het feit dat in de linkerfoto een hoofd-aandachtspunt ontbreekt, waardoor de blik over het beeld blijft dwalen op zoek naar houvast dat er niet is. De rechterfoto daarentegen heeft een duidelijke blikvanger in de vorm van de lichtvlek rechtsboven. Deze vlek oriënteert de blik. Hij fungeert als de kop boven een krantenartikel. Gelukkig domineert de lichtvlek niet te veel, maar nodigt hij je uit om de foto verder te ‘lezen’. Dwalend langs de boomstammen word je als kijker beloond met een fijne, gedetailleerde structuur van boomschors met korstmossen. Kortom: op de rechterfoto is sprake van een hiërarchische ordening van eerste, tweede en derde indruk. Op de linkerfoto is deze hiërarchie veel minder duidelijk aanwezig. In potentie zijn de roodbruine en diepgroene tinten van de bodem aantrekkelijk. Evenals de lila-kleurige doorkijkjes boven de horizon. Maar omdat de fotograaf in zijn compositie geen heldere uitspraak heeft gedaan welke elementen hij het belangrijkst vindt, is het beeld te vrijblijvend om echt indruk te maken. | ||