Veel fotografen hebben er last van. Je herkent het misschien ook wel: de winterdip. Die slaat vooral toe bij een echte Nederlandse kwakkelwinter, zonder sneeuw en ijs. Het is grauw, kaal en nat. Dat nodigt niet uit om naar buiten te gaan. Daarom hier drie tips om je winterdip te verslaan.

Foto’s selecteren

Korte donkere dagen met iets meer vrije tijd kun je prima gebruiken om eens goed door je eigen foto’s heen te lopen. Dat heeft een groot voordeel. Juist als je een tijdje niet hebt gefotografeerd, lukt het je veel beter om foto’s op hun werkelijke waarde te beoordelen. Veel foto’s gooi je nu alsnog weg. Maar pas op: het is slim om een aantal ‘mislukte’ foto’s in een speciale map te bewaren. Door zo nu en dan door deze map heen te lopen kun je van je fouten leren.

Bewerk de goede foto’s die je nog onaangeroerd op de harde schijf had staan. Geef je foto’s altijd namen waarop je ze later makkelijker terug kunt zoeken.

Vogels in je tuin

De winter is de beste periode om vogels in je tuin te fotograferen. Je lokt ze naar je tuin door ze te voeren. Kies voor een beschutte plek, zoveel mogelijk uit de wind.

Vogels zijn schuw en laten zich alleen van dichtbij fotograferen als je je goed verstopt. Het gemakkelijkst (en meest comfortabel!) is gewoon achter glas in een hoekje van je woonkamer of keuken. Door de natuurlijke spiegeling van het glas ben je vaak minder goed te zien. Bovendien wennen de vogels aan beweging in het huis. Evengoed scheelt het als je je goed verstopt. Je kunt bijvoorbeeld door een opening in camoeflagedoek fotograferen, dat je tegen het raam bevestigt.

Om vogels van dichtbij te fotograferen zit je al gauw te ver weg. De vogels fotografeer je dan veel te klein. Bij een 400 mm lens zonder cropfactor is een afstand van ongeveer 4 meter ideaal. 


Roodborstje op voerplek, gefotografeerd vanuit de woonkamer. Foto: Edo van Uchelen.

Ervaren vogelfotografen besteden veel tijd aan de omgeving en de achtergrond. Een voertafel in je gazon geplaatst geeft zelden mooie foto’s. Het is belangrijk om de voertafel ‘aan te kleden’ met houten stronken, mos of fraaie takken. Dat geeft een natuurlijk beeld. Denk ook aan de achtergrond: een schutting of de muur van een schuurtje leveren geen mooie achtergronden op. Beter zijn struiken of een groene haag.

Landschap in de mist

De mooiste winterlandschappen zijn met sneeuw en ijs. Maar ook in een kwakkelwinter kun je buiten aan de slag. De beste landschapsfoto’s maak je bij slecht weer. In mist en regen krijgt het landschap een geheel nieuwe aanblik.


Bomenrij in dichte mist. Een saai en fotografisch oninteressant landschap (zoals deze bomenrij) kan bij mist opeens de moeite waard zijn. Foto: Edo van Uchelen.

Ook verdwijnen in mist en regen (storende) elementen makkelijker naar de achtergrond, waardoor composities eenvoudiger worden en er minder afleidende elementen in beeld zijn. Zo kun je de aandacht richten op wat het belangrijkst is voor de compositie.

Vooral mist kan sfeervolle en mystieke foto’s opleveren. De vorming van mist is goed te voorspellen. Behalve ’s morgens vroeg verschijnt, mist ook vaak bij windstil weer na zware regenval.

Edo van Uchelen