» Nieuw: labels voor eerlijke natuurfotografie
» Doe de zelftest: wat voor natuurfotograaf ben jij?

foto: Edo van Uchelen


Meer artikelen uit ons Blog:

Reizen & Workshops:
Rode oortjes bij Z-Afrikaanse bloem


Techniek:
Zoet, zacht en zuiver; de kracht van High-Key


Hoe is deze foto gemaakt:
Barts' winnende kikkervisjesfoto


Een frisse kijk:
Natuurfotograaf: een droomberoep?


Opinie:
Doorbreek je glazen plafond!


Abonneer u op updates..

Nachtdieren fotograferen zonder flitslicht

Edo van Uchelen


Nachtdieren fotograferen: het is nu mogelijk, dankzij speciale hutten met verlichting. Je kunt er steenmarter, boommarter, das en kerkuil voor je lens krijgen.

Nachtdieren hebben een waas van geheimzinnigheid over zich. Meer dan een glimp in de koplampen van je auto krijg je zelden van ze te zien. Vroeger waren ze zeldzaam en bijzonder, maar die tijd is voorbij. Want met veel soorten gaat het goed, juist omdat ze onze nabijheid niet schuwen. Bij boerderijen en schuren is volop voedsel te vinden. Steenmarters en kerkuilen duiken zelfs op in dorpen en steden. Maar vanwege hun nachtelijke levenswijze blijven ze tot voor kort buiten beeld.

 

Rommelig erf in het buitengebied waar steenmarter en kerkuil voorkomen.


Mijn marters

Begin juli zag ik ze voor het eerst. In het licht van mijn zaklamp schoten ze heen en weer over een bospad. Daarbij maakten ze doldwaze sprongen. Eerst dacht ik dat het verwilderde katten waren, daar leken ze op. Maar steenmarters zijn slanker, sneller en wendbaarder. Wat een sierlijke dieren! 

De volgende avond keerde ik terug naar het bospad. Om ze niet te verstoren had ik een zaklamp meegenomen. Met rood licht, want daar schrikken nachtdieren niet van. En ja hoor, binnen een kwartiertje verschenen ze weer! Ik telde er vier. Drie nagenoeg volwassen jongen met hun moeder. 

Als ze niet schikken van het rode licht van mijn zaklamp, dan moeten ze ook kunnen wennen aan een fotolamp, dacht ik bij mezelf. Snel was het idee geboren om hier iets mee te doen. 

Zo gezegd, zo gedaan. Ik bouwde, in het uitzicht van een reeds bestaande fotohut in het bos, een setting met fraaie houtstronken. Ik begon met voeren en plaatste er een infrarood camera bij, met bewegingsdetector. 



Video-still uit een van de eerste filmpjes, met drie jongen. Infrarood camera’s zijn ideaal om het gedrag van de dieren op de voerplek te volgen.
 

Elke ochtend was het spannend: zijn ze langs geweest? Hoe laat? Hoe lang? Hoe veel? Hoe vaak? De camera beelden onthulden het intieme leven van het steenmartergezin: ze kwamen elke avond, pas als het helemaal donker was geworden, snoepen op de voerplek. Maar er was meer te zien. Ze ravotten met elkaar en krijgen ervan langs van moeder als ze te baldadig zijn. De zwerfkatten uit de buurt blijken als de dood voor het martergezin, ze mijden de voerplek.

Na een paar weken was het tijd voor de volgende stap: verlichting. Zomaar een sterke lamp ophangen gaat natuurlijk niet, marters zijn lichtschuwe nachtdieren. Ik had het geluk dat er ter plekke elektriciteit was te realiseren, via een honderden meters lange verlengkabel. Eerst voorzichtig de reactie van de marters op licht testen, ik hing een klein 10 watt lampje schuin boven de voerplek. 

Dat viel tegen. De dieren bleven langer weg en hoewel het lampje niet veel meer dan kaarslicht produceerde, bleven de dieren er lang naar kijken. Een vreemd element wordt blijkbaar niet zomaar geaccepteerd. Maar toch, de lekkere hapjes waren het risico wel waard en na een tijdje stoorden ze zich helemaal niet meer aan het licht.

Daarna heb ik geleidelijk de lichtsterkte opgevoerd. Dimbare fotolampen bleken ideaal, daarmee kon ik maanlicht nabootsen, schuin van bovenaf. Dat zijn ze in de natuur ook gewend. De marters kwamen weer elke avond. Nog iets verder opvoeren en er zou genoeg licht zijn om plaats te nemen in de fotohut.

Decor met de eerste fotolamp (links). De rechterlamp is nog niet in gebruik. De paal is wel alvast geplaatst om de marters hier langzaam aan te laten wennen. Helemaal rechtsonder is een infrarood camera zichtbaar die alles vastlegt. 

Het is september als het fout gaat, twee maanden na mijn eerste ontmoeting met de marters op het bospad. De camerabeelden liegen niet: ze komen onregelmatig en niet meer allemaal. Wat is er aan de hand? Verdragen ze de steeds intensievere verlichting niet meer? Ben ik te ongeduldig geweest? Of nog erger: heeft er een dramatisch ongeluk plaatsgevonden? Zijn er dieren doodgereden op weg naar de voerplek (er ligt een asfaltweg in de buurt) of heeft iemand ze vergiftigd?

  

Een van de eerste foto’s van een steenmarter, waarbij slechts één lamp aanwezig is. De rechterkant van de kop is volledig zwart, hier is extra verlichting voor nodig. Canon EOS 7D Mark II. 300 mm, 1/400s, f2.8, 2000 ISO, statief. Foto: Edo van Uchelen.

De dagen erna voel ik me schuldig. Maar een steenmarterexpert stelt me gerust. Er is waarschijnlijk niets aan de hand. De volwassen jongen worden aan het eind van de zomer door de moeder uit haar territorium weggejaagd. Ze verdraagt geen concurrentie van haar eigen jongen. De correcties van mamma richting de jongen die ik op de beelden van de camera had gezien wijzen daar al op. 

De expert had gelijk. De jongen zijn vertrokken en komen soms nog even langs, als mamma er niet is.

Dat gebeurt er iets nieuws. Er verschijnt een nieuweling op de set. Het dier is wat meer geelachtig op de borst. Een vrouwtje van de boommarter! Eerst is ze wat argwanend vanwege de lamp, maar na een week is ze vaste bezoeker.

 

Boommarter, inmiddels zijn beide fotolampen in gebruik. Canon EOS 6D. 400 mm, iets gekropt,  1/200s, f2.8, 2500 ISO, statief. Foto: Edo van Uchelen.

 

Steenmarter, let op de verschillen met de boommarter. De steenmarter is iets kleiner, heeft een lichte ondervacht, witte bef, kleinere oren en een vleeskleurige neus. Canon EOS 7D Mark II. 300 mm, iets gekropt, 1/200s, f3.2, 2500 ISO, statief. Foto: Edo van Uchelen.

Vanaf eind september gaat het snel. Boom- en steenmarter blijven komen. Ik plaats een tweede fotolamp die snel wordt geaccepteerd. De eerste fotografen die gebruik maken van de fotohut zijn enthousiast.

Alleen op deze plek, en nergens anders in Europa, is het nu mogelijk om steen- en boommarter zonder flitslicht te fotograferen. 

Aanbieding: de marterhut is in tot 31 december in prijs verlaagd 

De das, bodybuilder onder de marters 

De logheid van en das staat in schril contrast met de elegantie en wendbaarheid van een marter. Als je dassen ziet rondscharrelen hebben ze wel iets van tanks. Het zijn echte krachtpatsers, de bodybuilders onder de marters. Geen ander dier durft het tegen ze op te nemen. In ons land hebben ze geen natuurlijke vijanden. Helaas sneuvelen er elk jaar honderden in het verkeer, daartegen zijn ze niet opgewassen.

 

Volwassen dassen zijn groot en wegen soms bijna 20 kg. Ze zijn gebouwd als een tank en hebben in Nederland geen natuurlijke vijanden. Foto gemaakt vanuit de fotohut dassen. Canon EOS 6D. 400 mm, iets gekropt, 1/400s, f2.8, 2000 ISO, statief. Foto: Edo van Uchelen.

Het gaat goed met dassen in Nederland. Toch hebben slechts weinig mensen wel eens een das gezien, anders dan als verkeersslachtoffer langs de weg. Het zijn nachtdieren, die alleen op een late zomeravond wel eens in het licht zijn waar te nemen. Daarvoor moet je plaatsnemen bij een dassenburcht. Dat is niet voor iedereen weggelegd. De burchten liggen in natuurgebieden en daar ben je na zonsondergang niet welkom. Een enkele natuurfotograaf heeft misschien goede contacten met een bevriende boswachter, maar voor de meesten van ons is bezoek aan een burcht na zonsondergang niet toegestaan. 

Om dassen te fotograferen kun je terugvallen op dierentuinen en wildparken in Duitsland, waar dassen worden gehouden. Maar veel natuurfotografen halen geen voldoening uit het fotograferen van dieren die levenslang worden opgesloten. 

Maar er is goed nieuws. In Nederland kun je sinds kort ook in de natuur dassen zien en fotograferen, zonder ze illegaal te verstoren. 

Landschap Overijssel opende enkele jaren terug de dasmobiel, van waaruit je dassen kunt observeren. Voor fotografie is deze hut niet geschikt omdat er onvoldoende verlichting is. 

 

Zicht op drie dassen onder een van de lampen vanuit de fotohut dassen. Canon EOS 6D. 60 mm, 1/125s, f5, 2500 ISO, statief. Foto: Edo van Uchelen.

Ook in de Ardennen is een goede fotohut voor dassen, waar menig Nederlands natuurfotograaf al naar is afgereisd. 

Maar nu is er eindelijk ook in Nederland die mogelijkheid. Natuurfotografen kunnen terecht in Drenthe: daar is deze week de eerste fotohut voor dassen geopend. Bij een voerplek staan speciale fotolampen opgesteld, zodat je geen flitslicht nodig hebt. Het licht komt schuin van boven en lijkt op maanlicht, de dassen zijn eraan gewend geraakt. 

De comfortabele, verwarmde hut is van een groot raam voorzien. De hut ligt verzonken in de grond en gaat volledig op in het landschap. De dassen hebben de fotografen niet in de gaten en verschijnen elke avond voor de hut.

Uilen!

Uilen zijn nachtroofvogels met een geheimzinnige levenswijze. Hun markante uiterlijk met ronde kop, grote felle ogen en een haaksnavel spreekt veel natuurfotografen aan. Met uitzondering van steen- en velduil zijn alle Nederlandse soorten nachtactief.

De dieren zijn helemaal aangepast op de muizenjacht in het donker. Ze hebben een geruisloze vlucht en de ogen staan voor in de kop, zodat ze een groot binoculair gezichtsveld hebben, waarin ze diepte kunnen zien.

Uilen hebben een fenomenaal. Ze zijn in staat om bij complete duisternis hun prooi te vinden. Hun oren staan ver uit elkaar zodat ze de richting van elk geluid kunnen vaststellen. Het kleinste piepje of ritseltje van een muis is voldoende om in actie te komen. Belangrijk is dat ze een geruisloze vlucht hebben, zodat ze vliegend naar muizen kunnen zoeken zonder dat ze opvallen.

 

Kerkuil met veldmuis, vanuit de hut van Hans Menop. Nikon D 300, 240 mm, 1/125s, f16, ISO 320, statief. Foto: Hans Menop.

De kerkuil komt in bijna heel Nederland voor. Ze doen het goed door het ontbreken van strenge winters, bovendien zijn er veel nestkasten voor ze opgehangen. De kerkuil is als soort wereldwijd zeer succesvol, het is een kosmopoliet. Hij is, net als de visarend en de slechtvalk, een van de weinige vogels die zich over de hele wereld hebben verspreid. 

Kerkuilen broeden in Nederland meestal in nestkasten bij boerderijen. Bijna elke oude stal of schuur die voldoende groot is en openingen heeft is geschikt. Een ideale broedplaats bevindt zich op het erf van Hans Menop, in Barchem.

Het erf van het agrarisch bedrijf van Hans is natuurvriendelijk ingericht. Vele soorten voelen zich hier thuis. Zo ook de kerkuil. Al dertig jaar broeden ze op de zolder van een van de schuren op het erf.

Menop heeft een half jaar aan een uniek project gewerkt, waarbij hij de kerkuilen op zijn erf langzaam aan een professionele lichtinstallatie heeft laten wennen. Verlichting was er al op het erf, waardoor de vogels niet helemaal lichtschuw waren. Een deel van de zolder heeft hij helemaal voor de uilen ingericht. Om ze te lokken is bijvoeren noodzakelijk, daardoor is ook het broedsucces aanmerkelijk beter dan bij andere kerkuilenpaartjes. Afgelopen zomer zijn maar liefst zeven jongen uitgevlogen!

Kerkuil in venster, vanuit de hut van Hans Menop. Nikon D 5, 310 mm, 1/60s, f6, ISO 2000, statief. Foto: Hans Menop.

De kerkuilen van Hans gaan gewoon door met hun natuurlijke leven en trekken zich niets aan van het licht. Voor het eerst is het leven van kerkuilen op een unieke manier van dichtbij te volgen. Tegenover de zolder is een comfortabele en ruime hut gebouwd op ooghoogte van de uilen. Deze hut biedt plaats aan twee fotografen. De hut is voorzien van elektriciteit en is geheel geïsoleerd.

De zolder is prachtig ingericht met mobiele attributen, zoals oude boerenramen en oude deuren.

Iedereen kan de uilen van Hans observeren en fotograferen: de comfortabele fotohut op zijn erf is te huur voor natuurfotografen.


Edo van Uchelen 

 

 



Oudere artikelen 'Actueel':

Actueel:
Vijf tips voor blauwe heikikkers


Actueel:
Nederland telt circa 400.000 natuurfotografen


Actueel:
Handboek goed ontvangen in pers


Actueel:
Helpt het Handboek? Laat het ons weten.


Actueel:
Onderzoek: natuurfotograaf meestal geen bioloog


Actueel:
Bart & Edo op Dutch Bird Fair: Weg met saaie natuurfoto's!


Actueel:
CvN nu ook op Facebook


Actueel:
Eerlijke natuurfotografie slaat aan


Actueel:
Boshutten krijgen vervolg


Actueel:
Wildlife Photographer of the Year 2013


Actueel:
Seminar Bart & Edo op NVN-festival


Actueel:
Dassen fotograferen


Actueel:
Marius van der Sandt stichting heeft beurs voor jong talent


Actueel:
CVN in jury grootste fotowedstrijd Benelux


Actueel:
Inspiratiedag: zondag 23 november


Actueel:
Nieuwe aanpak Inspiratiedag groot succes


Actueel:
Onderzoek: natuurfotografen steeds diverser


Actueel:
Vijf tips voor blauwe heikikkers


Actueel:
Gevraagd: goede natuurfoto's


Actueel:
Inspiratiedag op 22 november


Actueel:
HOLLAND - Natuur in de delta


Actueel:
Nieuw boek: Koekoek, een delta vol leven


Actueel:
'Witte Veluwe' van Jan Vermeer


Actueel:
Bekijk het eens met Bart en Edo (fotofair, 28 en 29 mei)


Actueel:
Maak unieke foto's zonder gezien te worden


Actueel:
Foto's gevraagd van insecten


Actueel:
Gebeurtenissen op het zandpad


Actueel:
Onze favoriete foto's van 2018
©entrum voor natuurfotografie