Een vossenhol waar de jonge vossen spelen, reebokken die elkaar achtervolgen of een paartje dodaars tijdens de balts. Je gaat het niet fotograferen vanuit een zo’n vaste hut. Deze situaties spelen zich immers niet af voor een hut waar dieren met voer worden gelokt. Soms is het dus beter (en spannender!) om echt helemaal zelf aan de slag te gaan: met je eigen mobiele schuiltentje.

Eigenlijk is zo’n schuiltent een must-have voor alle serieuze wildlife fotografen. Schuiltentjes zijn snel op te zetten, kosten weinig en wegen bijna niets. Er zijn heel veel modellen in de handel. Maar welke schuiltent is nu echt geschikt voor wildlife fotografie? Waar moet je op letten? Hoe ga je te werk in het veld? Hier 5 tips voor het gebruik van een schuiltentje.

Dodaars gefotografeerd op ooghoogte vanuit een ligtentje in het riet. Foto: Edo van Uchelen.
 

Tip 1. Koop liever geen jagerstentje.

Veel schuiltenten zijn ontworpen voor de jacht en worden ook voor natuurfotografie op de markt gebracht. Maar jagen is niet hetzelfde als fotograferen. Jagers willen meestal een tent snel kunnen opzetten en weer meenemen. Veel jachttentjes hebben te grote openingen en zelden zijn er meerdere openingen aanwezig. De tenten zijn ook vaak erg klein.

Tip 2. Kies voor comfort.

Als je vanuit een schuiltentje fotografeert is geduld belangrijk. Wilde dieren verschijnen meestal niet gemakkelijk voor je lens. Hoe meer comfort hoe langer je in je tent kunt blijven en hoe meer kans op bijzondere momenten: zo simpel is het. Je moet in een tent kunnen bewegen zonder dat je meteen het doek aanraakt, niet te klein dus. Het doek moet ook goed waterdicht zijn en je mag er niet doorheen kunnen kijken, anders kunnen de dieren je zien. Het doek moet wel voldoende licht doorlaten zodat je je camera kunt bedienen zonder gebruik te moeten maken van een zaklantaarn. Katoen is beter dan polyester omdat het minder geluid maakt in de wind. Polyester is echter veel lichter van gewicht en dus gemakkelijker mee te nemen. 

Soms komt je onderwerp te dichtbij, zoals deze nieuwsgierige reebok. Foto: Edo van Uchelen

Tip 3. Fotografeer op ooghoogte!

Tenten zijn er in allerlei hoogtes. Wil je het liefst staan, zitten of liggen om je foto’s te maken? Jouw keuze moet je laten afhangen van de manier waarop je comfortabel fotografeert en waarbij het voor jou het makkelijkst is om (lang) te wachten.

Daarbij een belangrijk punt. De hoogte van de gaten, die meestal rondom de hele tent zitten, is belangrijk voor de weergave van het dier tegen de achtergrond. Algemeen geldt: fotograferen op ooghoogte van het dier is meestal het mooiste. 

 

Ligtentje (op houten pallets geplaatst), verstopt in het riet. De dodaars (eerste foto) werd op deze manier gefotografeerd. Foto: Edo van Uchelen

Tip 4. Laat je tent staan in het gebied.

Sommige fotografen zetten hun schuiltent slechts voor één dag op, voor een specifiek doel, andere plaatsen een schuiltent voor meerdere dagen of zelfs een heel seizoen. Meestal is het beter om een tentje wat langer te laten staan. Dieren wennen dan aan ‘het vreemde voorwerp’ en na verloop van tijd wordt zo’n tentje door alle dieren volledig geaccepteerd.

Maar ook een tentje voor een paar uurtjes kan heel goed werken, vooral als de tent klein is (een ligtent bijvoorbeeld) en als je de tent in de dekking of beschutting van bijv. een struik plaatst. 


Poelsnip op tijdens de balts (Wit Rusland). Deze soort stoort zich niet aan een ‘nieuwe’ schuiltent in zijn biotoop. Foto: Edo van Uchelen.

Tip 5. Het belangrijkste: kies de beste plek.

Een goede plek is misschien wel het belangrijkste. Besteed hier veel aandacht aan. Ga met een verrekijker het veld in en observeer goed. Waar zie je de dieren het meest? Kijk ook naar zon, schaduw en heersende windrichting (zuidwest) en bepaal nauwkeurig de beste locatie voor je tent. Dat moet in ieder geval een stille, rustige plaats zijn waar je tent niet opvalt en waar weinig bezoekers komen. Als je een camouflagenet over je tent drapeert dan kun je deze nog extra camoufleren met bijvoorbeeld takken of riet welke je door de gaten van het net heen steekt. Op die manier valt je tent zo min mogelijk op in de omgeving. Dat voorkomt ongewenst bezoek (verstoring!) of diefstal van je tent. Het is overigens regel om vooraf aan de terreineigenaar toestemming te vragen. Je kunt voor de zekerheid ook een briefje in de tent achterlaten voor spontane bezoekers waarop je aangeeft van wie de tent is en waarom je deze hebt geplaatst.
 

Hoe kom je aan een schuiltent?

Natuurfotograaf Jurgen Sloots heeft jarenlange ervaring met schuiltenten en verkoopt ze via zijn website schuiltent.nl. Zijn tenten zijn echt voor natuurfotografen ontworpen. Er zijn eenpersoons, tweepersoons en ligtenten.