Landschap zonder lucht
Het is er altijd, het loopt niet bij je weg en je hoeft er in principe niet naar op zoek. Bovendien heb je er geen speciale uitrusting voor nodig. Misschien is landschapsfotografie daarom wel de meest populaire vorm van natuurfotografie.
Iedereen maakt we eens een landschapsfoto. Gewoon omdat je ergens bent en zich de gelegenheid voordoet. Een zonsondergang, mooie wolkenlucht of fraaie herfstkleuren nodigen uit om te fotograferen.
De drang om anderen te laten zien hoe mooi het ergens is bestaat al heel lang. De schilders uit de gouden eeuw deden hetzelfde. Ze hadden natuurlijk geen fototoestel maar gebruikten verf om het landschap te vereeuwigen.
Als je goed kijkt naar die schilderijen uit de zeventiende eeuw zie je dat er weinig is veranderd. De meeste natuurfotografen gebruiken nog steeds dezelfde beeldende principes: een derde land, twee derde lucht, invoerende lijnen en een molen, boom, dier of boot op de snijlijnen, precies volgens de gulden snede.
Kortom: de meeste landschapsfoto’s zijn allerminst vernieuwend. Het probleem is dat de kijkwaarde van dergelijke foto’s niet hoog is. Dat komt ook omdat je er zo ontzettend veel voorbij ziet komen. Ze boeien niet meer en je bent er snel op uitgekeken.
Heb jij je wel eens afgevraagd of het anders kan? Het landschap op een andere manier fotograferen. Creatiever en met een minder gangbare kijk- en belevingswaarde. Het kan als je anders leert kijken. Als je durft af te wijken van de regels.
Nagenoeg alle landschapsfoto’s hebben bijvoorbeeld met elkaar gemeen dat er een horizon en lucht is te zien. Dat ‘hoort’ zo, vooral omdat we eraan zijn gewend. Als we naar buiten kijken zien we toch altijd de lucht?
Nee, niet altijd. In een dicht bos zijn soms alleen maar stammen van bomen te zien. Zo’n boslandschap heeft geen horizon en geen lucht. Landschapsfotografie is hier een echte uitdaging. De meeste fotografen willen van nature zo’n bos zo snel mogelijk verlaten. De veelheid van grauwe stammen nodigt immers niet uit tot fotografie. Er is geen openheid, geen doorkijkje, nauwelijks licht en al helemaal geen invoerende lijn of interessante blikvanger. Toch kun je hier iets moois van maken. Als je de tijd neemt en goed kijkt zie je de patronen, structuren en kleuren van de stammen. Daar zit ritme, dynamiek en herhaling in. Kracht en stevigheid. Maar ook spanning en verwondering. Boslandschappen zijn niet voor niets de decors van sprookjes, sagen en legenden.
Bos met ratelpopulieren en grove dennen (Wit Rusland). Tussen de stammen ga je bijna vanzelf op zoek naar een bijzonder dier (dat niet in beeld is). De sneeuw op de bosbodem is buiten beeld gehouden maar geeft door reflectie een fraaie verlichting van onderaf. Kleuren en structuren worden beter zichtbaar.
Elzenbroekbos met berken in sneeuwbui (Wit Rusland). Door gebruik te maken van een korte telelens (300 mm) lijken de stammen nog dichter opeen te staan. Deze foto zou het goed doen als wallpaper.
Beek in bergbos (Tukije). De ‘kijklijn’ wordt gevormd door de kabbelende beek, geflankeerd door de tongvarens.
Er zijn heel veel mogelijkheden om de lucht buiten beeld te houden, daar heb je geen boslandschap voor nodig. Ook een beek met stenen kun je als een landschap zonder lucht vastleggen, zoals op bovenstaande foto van Bart Siebelink (Spanje, Gredos)
Als je de lucht buiten beeld houdt kun je meer aandacht vragen voor de subtiele contrasten binnen het landschap zelf. Let maar eens op het vlechtwerk van takken in de achtergrond van deze foto, gemaakt door Bart Siebelink in de Waterleidingduinen.
In de herfst vormen de herfstbladeren op de bosbodem een (mini) landschap op zich.
Edo van Uchelen
|